Los van enkele bemoedigende initiatieven worden stripboeken in het onderwijs nog steeds amper gebruikt. We houden vast aan oude lesmethoden en spelen niet in op de beeldcultuur van de jeugd. ‘De jeugd leest niet meer’ is een veelvuldig gehoorde kreet. Is er misschien sprake van een gemiste kans?
Vroeger kreeg je op de HAVO een boekenlijst waaruit je voor je examen een aantal boeken moest kiezen. Tijdens een mondeling examen werd je dan getoetst op je kennis van de literatuur en de achterliggende ideeën. Omdat de lijsten overal hetzelfde waren: De Aanslag, De Avonden, Oeroeg, enz., werden er toen al uitgebreide uittrekselboeken op de markt gebracht. Zo kon een handige student zich beperken tot het lezen van de samenvatting en het examen met een voldoende afsluiten. Met andere woorden, ook toen had (vooral de puberale) jeugd geen zin in lezen. Ze hadden wel wat anders te doen. Recreatief lezen beperkte zich tot de Donald Duck, de Eppo, of hooguit de nieuwe Spiderman.
Nou ben ik er geen voorstander van om de nieuwe Asterix te lezen voor het literatuurexamen op het middelbaar onderwijs, maar wel om slim in te spelen op de leefwereld van de jeugd. Een groot gedeelte van hun sociale leven speelt zich af op de smartphone. Ze gebruiken Facebook, Instagram, Snapchat en ga zo maar door. Ze leven in een beeldcultuur en daar moet je als onderwijs op inspelen.
Laat ze net als vroeger literatuur lezen, maar dan in stripvorm. De Avonden van Gerard Reve is door Dick Matena prachtig weergegeven in 4 opeenvolgende stripboeken. Het mooie ervan is, dat de tekst volledig integraal weergegeven wordt. Dus eigenlijk het oorspronkelijke boek met plaatjes erbij. Andere voorbeelden zijn: Kort Amerikaans van Jan Wolkers, Het Dwaallicht van Willem Elsschot en Het dagboek van Anne Frank. Maak er gebruik van en wijs de studenten op het grote assortiment Graphic Novels. Zelfs het spraakmakende Sapiens van Harari is onlangs als Graphic Novel verschenen. De uitgeverijen hebben het blijkbaar wel begrepen.