Niet elke strip is bedoeld voor elke lezer. Gelukkig maar, want anders zouden we emmers tijd te kort komen. Ik doel in deze blog meer op strips die populair zijn, of waren, en waar ik het amper nog kan opbrengen om ze te lezen.
Allereerst de antieke series van Willy Vandersteen. De oude Suske en Wiskes, en dan vooral De Nerveuze Nerviers en De zeven snaren, vond ik geweldig. Je merkte dat er aandacht besteed was aan het scenario en dat gebeurtenissen ook historisch klopten. Tijdens de overgang van Vandersteen naar Paul Geerts werd er nog kwaliteit geleverd, maar tegenwoordig hoeft het voor mij niet meer. Ik weet dat het waarschijnlijk door mijn leeftijd en oubollige inslag komt, maar geef mijn portie maar aan Fikkie.
Hetzelfde geldt voor de strips van De Rode Ridder. Storm over Damme en Kerwyn de magiër behoren nog steeds tot mijn favoriete stripalbums. Met uitzondering van de scenario’s van Martin Lodewijk, vond ik het daarna weinig boeiend. Misschien komt het omdat de bedenker geen invloed meer heeft op het verhaal. Je mist de indirecte handtekening van de oorspronkelijke schrijver. Hetzelfde zie je bij Asterix na De Belgen. Het wordt geleidelijk minder, al begin ik sinds De Griffioen weer hoop te krijgen.
In de Nederlandse stripseries vind ik Jan, Jans en de kinderen een goed voorbeeld. Ook hier mis je de sfeer en de humor uit de oude delen. Het is nog wel goed, maar het lijkt dat er soms een trucje gebruikt wordt.
Een ander voorbeeld is Garfield. De strip wordt nog wel door de oorspronkelijke tekenaar gemaakt, maar de grappen zijn uitgemolken. Op wat uitzonderingen na is het meer van hetzelfde. Ik denk dat Davis beter een voorbeeld kan nemen aan Bill Watterson. Hij stopte met Casper en Hobbes op het hoogtepunt van de strip en gaf zichzelf niet de kans het dood te laten bloeden.
De uitzondering vind ik Robert en Bertrand. De strip werd in 1985 overgenomen van Vandersteen door Ron van Riet. Dit had geen enkele teloorgang van de kwaliteit tot gevolg. Integendeel, de delen verschijnen nu integraal en horen voor mij bij de top uit de stripgeschiedenis, met als hoogtepunt Het laaiend vuur, dat zich in Groningen afspeelt.