Herman vindt oude documenten waaruit blijkt dat hij een onbekend familielid heeft. De kans bestaat dat deze persoon in bezit was van het allereerste Kuifjealbum. Hij gaat op onderzoek uit en ontdekt via een bejaarde tante een verrassend gegeven.
Verbaasd keek Herman naar het formulier dat de ambtenaar voor hem uit het archief gehaald had. Sietse Weening was geboren op 10 november 1899, 1 dag na het overlijden van Johannes. Dat kon geen toeval zijn, Johannes Gerards en Sietse Weening waren een en dezelfde persoon. Hij wilde de vriendelijke archivaris bedanken, maar die vroeg hem nog even te wachten. Na een poosje kwam hij terug met een ander document. Hieruit bleek dat Sietse in 1939 was overleden in de psychiatrische instelling Morgenrust. Herman schudde de archivaris de hand en liep naar buiten. Het had er al schijn van dat zijn overgrootouders zich op de een of andere manier schaamden voor Johannes. Die schaamte ging zover, dat ze zelfs een overlijden verzonnen, om van hun kind af te komen. Tegenwoordig kon je je dat amper voorstellen, maar in de bekrompen Victoriaanse tijd golden er hele andere normen en waarden. Hij zocht even op google en tot zijn verbazing bleek Morgenrust nog te bestaan. Erop af dan maar.
Nadat de vrouw achter de balie hem meerdere keren duidelijk had gemaakt, dat buitenstaanders geen inzage kregen in het dossier van een patiënt, liep Herman teleurgesteld naar buiten. Zijn onderzoek leek vastgelopen. Op de parkeerplaats sprak een wel heel bekende stem hem hardop aan.
‘Ha Herman ouwe rups. Heb je je voor de zekerheid al aangemeld voor Morgenrust, of wil je de Roodbaards doneren voor de leestafel?’
Herman draaide zich om en zag de grijnzende tronie van Diederik. Dat kon er ook nog wel bij. Hij besloot een klein stukje van het verhaal te vertellen, voor hij aan Babs moest uitleggen wat hij bij een psychiatrische inrichting te zoeken had. Het gedeelte over de eerste Kuifje liet hij uiteraard weg. Toen hij klaar was dacht Diederik even na en liep toen richting de ingang.
‘Kom op zwagermans, ik weet wel een manier om aan dat dossier te komen.’
Wordt vervolgd.