De start van comics en stripboeken vond vrijwel zeker plaats met het verschijnen van de eerste krantenstrips in de VS. Elke stripofiel heeft op zijn minst gehoord van De Katzenjammer Kids, The Yellow Kid en Little Nemo. Ook in Nederland was (en is) een krant zonder strips ondenkbaar.`
Veel klassieke Nederlandse strips zijn begonnen als krantenstrip. De meest legendarische zijn natuurlijk Tom Poes in de Telegraaf en Kapitein Rob in Het Parool. In België begonnen legendarische strips als Kuifje, Suske en Wiske en Nero allemaal in de krant. Het was een soort kraamkamer van de 9e kunst.
Tijdens het hoogtepunt in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, lag de nadruk meer op de gagstrips. Garfield maakte zijn opwachting, in Nederland De Stamgasten, Linke Loetje (Andy Capp) verscheen wereldwijd in 1700! verschillende kranten en werd vertaald in 14 talen. Over succes gesproken.
In de jaren 90 en na 2000 begon het succes na te laten. Natuurlijk verschenen er nog topstrips als Calvin en Hobbes en Dirkjan, maar door internet vloog de verkoop van dagbladen naar beneden. Elsje, een van de nieuwste krantenstrips, verscheen in 2007. Daarna is er weinig of niets nieuws op de markt gekomen.
Natuurlijk staan er op dit moment nog steeds prachtige gagstrips in de kranten. Dirkjan, Elsje, S1ngle, Sigmund, de Rechter (vind ik hard minder worden) en de Stamgasten verrijken elke dag de landelijke en regionale dagbladen. Toch ligt er een bom onder deze cultuurvorm.
De tekenaars van deze strips beginnen allemaal op leeftijd te geraken. Wanneer de uitgevers niet snel op zoek gaan naar talentvolle nieuwe aanwas, zal deze kunstvorm een snelle dood sterven. Wat mijzelf betreft, een krant zonder strips is geen krant. Ik ben nog steeds lid van Het Dagblad van het Noorden en geniet elke dag van de prachtige strips op de achterzijde. Wanneer die verdwijnen, lees ik het nieuws wel via Nu.nl op mijn tablet.