Tegenover de kinderboerderij van zijn moeder staat een bankje. Sinds kort neem daar af en toe een oude man plaats om van het uitzicht te genieten. Lars houdt hem regelmatig gezelschap.
• Ha die Lars, mag ik er naast komen zitten?
- Natuurlijk, neemt u plaats.
• Wat zijn dat voor kaartjes die je daar hebt?
- Oh, dat zijn Pokemonkaarten.
• Pokemon?
- Ja, dat betekent pocketmonster. Sommige mensen verzamelen ze alleen, maar je kunt er ook een spel mee spelen.
• Hebben die dingen ook nog enige waarde?
- Zeker weten, laatst op een veiling is een Pikachukaart verkocht voor 6 miljoen dollar.
• De wereld wordt met de dag gekker
- Verzamelde u vroeger ook dingen?
• Jazeker, vanalles. Ik ben begonnen met suikerzakjes.
- Huh, zat de suiker in zakjes vroeger?
• Haha, neen alleen in de horeca. Bij een kopje koffie kreeg je een klein zakje suiker en ons ging het om de afbeeldingen die erop stonden.
- Ja, ik geloof dat ik die ook wel eens gezien heb.
• Thuis heb ik ze nog met Sjors en Sjimmie en kapitein Rob.
- Bij ons op zolder een ligt stuk schuimplastic met allemaal speldjes erop.
• Jaaaa, die spaarden wij ook. Ze zaten in de jaren 60 overal bij, vooral bij de boodschappen die je in de winkel kocht. Er zijn er duizenden verschenen.
- Mijn moeder vertelde laatst over het verzamelen van die ronde schijfjes.
• Flippo’s
- Precies. Ze zei dat kinderen in de winkel de chipszakken openscheurden om die dingen eruit te halen.
• Ik herinner me nog dat na de speldjes de sleutelhangers kwamen. Eigenlijk hetzelfde idee, bij elk product in de supermarkt zat er een verpakt.
- De winkels hopen natuurlijk dat iets een rage wordt. Dan vliegt de verkoop van de handel de pan uit.
• Knikkeren jullie nog op school?
- Ja, af en toe, al wordt het wel minder.
• Wij deden het vroeger elk jaar. Mijn broer was er erg goed in. Hij had een aardappelkist vol. Wanneer ik er een paar had, verdwenen ze binnen de kortste keren in zijn verzameling.
- Speelden jullie het ook in een kuiltje?
• Echt wel, koelechiekak.
- Koelekie…wattus?
• Koelechiekak, zo noemden we dat in Drenthe waar ik woonde.
- Ik heb het alle een poosje niet meer gedaan. Ik ben benieuwd of ik het nog kan.
• Voel ik hier een uitdaging aankomen?
- Haha, kom maar op. Dan verdwijnen uw knikkers niet in een aardappelkistje, maar in de oude koffer van mijn opa.
• Hmm
- Waar gaat u heen
• Mijn knikkers halen. We zullen nog we eens zien in welk kistje die dingen terecht gaan komen.
# Wat zijn jullie aan het doen?
- Hee, mam. We zijn aan het knikkeren. Meneer Schonewille is bijna door zijn voorraad heen.
# Mannen zijn allemaal hetzelfde. Ze blijven hun hele leven kleine kinderen.