Jan Jans en de kinderen bestaan 50 jaar. Op zich een geweldige prestatie om gedurende 50 jaar elke week een nieuw avontuur in de Libelle te plaatsen, maar ik wil toch een kleine kanttekening maken.
Jan Kruis gebruikte voor zijn creatie zijn eigen gezin als voorbeeld. Catootje en Karlijn leken op zijn eigen kinderen, ze woonden echt in een klein boerderijtje in Drenthe en zelfs opa was getekend naar het uiterlijk van Jans vader. Op die manier werden de belevenissen van de familie zeer herkenbaar. Het voelde net alsof je bij familie naar binnen keek.
Op het moment dat Jan Kruis er zelf mee stopte vond ik die herkenning minder worden. De verhaaltjes werden meer van hetzelfde en er kwam niet echt een nieuwe factor bij. Een vaak voorkomend gegeven wanneer topstrips worden voortgezet door een andere tekenaar. Ik bedoel Asterix, Suske en Wiske en Blake en Mortimer hadden toch ook veel eerder
moeten stoppen.
Maar goed, laten we positief blijven. Elke keer als ik ergens in een wachtkamer zit en er ligt een leesmap, pak ik toch weer de Libelle om de laatste Jan, Jans te lezen. Dan geniet ik toch weer van Jan die door zijn vrouwelijke huisgenoten volledig in toom gehouden wordt, van Jeroen die nog steeds poep aan zijn schoen heeft en opa die zo ondeugend is als een opa behoort te zijn.
Ook als rechtgeaarde Jan-Jans-fan baal ik als er een aflevering van die “Je-weet-wel-kater” in staat. Ik weet niet hoe u erover denkt, maar ik vind het maar een zeurlap. Altijd dat gedram over zijn castratie en die moralistische opmerkingen over zijn huisgenoten. Hij mag blij zijn dat hij te eten krijgt verdorie. In een interview heeft Jan Kruis ooit toegegeven dat hij de rode kater gebruikte als hij geen zin, of inspiratie had. Laten we daar dan maar enig begrip voor tonen en Jan Jans en de kinderen van harte feliciteren met een prachtig jubileum.