Vandaag realiseerde ik me opeens dat Heinz, de geniale strip van Windig en De Jong, alweer 35 jaar bestaat. Een goed moment voor een felicitatie lijkt me zo, of om met de woorden van Augustus te spreken:
‘Verjaardag van harte Heinz, Augustus vele jaren van met je nog gefeliciteerd.’
Na een opmerking van een collega begon ik me ergens halverwege de jaren 90 te interesseren voor Heinz. Wat me vooral aantrok, was de absurde humor en de krankzinnige figuren die in zijn verhalen voorbijtrokken. Het geeft geen zin om ze hier allemaal te noemen, daarom een kleine persoonlijke voorkeur.
Jo-do-kus de schild-pad. Hoe krijg je het als tekenaar/schrijver voor elkaar dat de irritatiefactor van een stripfiguur zo ongenadig van de bladzijde spat.
Oens de oermens. Oens staat voor zijn verbastering van de naam Heinz. Hij wil graag voorgelezen worden, maar de verhaaltjes mogen niet te eng worden. Dit uit hij duidelijk met een langgerekt ‘NIIIIEEEETTT’)
Jurre de matroos. Een goedaardige schlemiel, die onderdeel uitmaakt van de serie over ‘Joepie, Joepie, is gekomen.’ Een geniale kroegdiscussie over de betekenis van dit ouderwetse kinderliedje.
De cynische kroegvriend. Verscheen meestal aan het eind van het jaar, om zijn ongezouten kritiek te leveren op de situatie in de wereld. Een bijfiguur waar je op zat te wachten.
De bezopen verhaallijnen, in combinatie met idiote woordgrappen hebben ervoor gezorgd dat Heinz voor mij tot de beste gagstrips ooit behoort. Ik heb alle albums diverse keren gelezen en ga dat zeker nog vaker doen. De film heb ik nog steeds niet gezien. Diep van binnen denk ik dat er een soort angst bestaat dat door de stemmen van de acteurs mijn persoonlijk ontwikkelde wereld van Heinz in elkaar zal storten. Iets wat me bij de verfilming van Asterix ook overkomen is. Misschien dat ik in de toekomst de moed kan opbrengen, maar dan wel met het geluid uit en ondertiteling aan.