Als uitzondering op de bekende regel gaan mijn trouwe assistent Raymon en ik dit keer op bezoek bij een striptekenaar, en wel de ongekroonde keizer van de absurde gagstrip: Mark Retera.
Op een zonovergoten maartse vrijdag staan we voor de woning van de heer Retera. De deur is verrijkt met een rood koperen bel, waarin de bekende kabouter als klepel functioneert. Raymon schudt hem enige keren heen en weer, waarna een piepstemmetje zacht, maar duidelijk, een paar woorden tot hem richt:
‘Blijf met je poten van me af, debiel.’
Raymon schrikt en doet 2 stappen achteruit.
‘Wat een originele gadget,’ zeg ik lachend tegen hem. ‘Ben benieuwd waar hij te koop is.’
‘Nou dat ding kwam me anders behoorlijk levend over,’ antwoordt mijn assistent.
Voor we de bijzondere gebeurtenis verder kunnen bespreken, wordt de deur geopend door een man met een oranje-zwarte streepjestrui, een zwarte broek en veel te grote bruine schoenen. In combinatie met zijn gele haarbolletje en de nerdige bril, doet dit me toch heel erg denken aan de door hem verzonnen stripheld.
‘De heren van Akim, komt u binnen. Let u niet op de rotzooi, want mijn huisgenoot Bert heeft andermaal verzuimd zijn huishoudelijke taken te verrichten.’
Ik kijk Raymon aan en begin me toch een beetje ongemakkelijk te voelen. Een grapje om als je eigen stripfiguur te verschijnen is leuk, maar dit gaat wel erg ver.
In de woonkamer blijven we aan de grond genageld staan. Huisgenoot Bert is onder het luide HUUUUUUUUUUUUUU van de stofzuiger, bezig tientallen kabouters op te zuigen. De arme kereltjes vliegen als verdoemd slachtvee alle kanten op.
‘U herinnert zich misschien dit gebeuren uit een van mijn gags,’ gaat onze gastheer verder. ‘Zo ziet u dat ook in een stripverhaal fantasie en werkelijkheid dicht bij elkaar liggen.’
We gaan voorzichtig op de bank zitten en na een kop koffie met een riant stuk appeltaart besluit ik toch een aantal vragen te stellen.
‘Meneer Retera, ik weet dat uw strip ooit in een studentenblaadje is begonnen, maar hoe heeft u de karakters van Dirkjan en Bert eigenlijk verzonnen?’
‘Haha, u bent de zoveelste met dezelfde denkfout. Mark Retera heeft niet Dirkjan verzonnen, maar Dirkjan Mark Retera.’
‘Hoe bedoelt u?’
‘Stelt u zich nou eens voor dat we de werkelijkheid zouden weergeven. Dat betekent dus dat lezers er opeens achter komen dat kabouters, ruimtewezens, vliegende ruftmannen en opa Bokma echt bestaan.’
Ik kijk Raymon even kort aan en zie aan zijn blik dat het hoog tijd wordt om huiswaarts te keren.
‘Door het verzinnen van een striptekenaar kunnen we tenminste ons eigen leven leiden. Kijk bijvoorbeeld naar Martien Meiland. Elke dag honderden handtekeningjagers bij de deur en iedereen op straat wil een selfie met je maken. Neen hoor, dit bevalt ons veel beter.’
Op de terugweg is het een tijdlang stil in de auto, maar ik wil toch de mening van mijn trouwe assistent weten.
‘Ik heb er de hele reis over nagedacht, maar één vraag blijft steeds bovenkomen,’ zegt hij ‘Wie heeft nou Willy Vandersteen bedacht, Suske, of Wiske?’