Deze week verscheen De gierige koning, een vergeten sprookje van Godfried Bomans met prachtige illustraties van Thé Tjong-Khing. Een goed moment om eindelijk de sprookjes en verhalen van Bomans in stripvorm te laten verschijnen.
Eind jaren 40 verschenen voor het eerst de verhalen van Pa Pinkelman en tante Pollewop. Leuke verhaaltjes van Godfried Bomans geïllustreerd door Carol Voges. Alhoewel de boekjes wel aardig zijn, vind ik ze geen prominente plaats innemen in de Nederlandse stripgeschiedenis. In 1991 deed Luc Morjaeu een poging door Erik of het klein insectenboek te verstrippen. Leuk, maar ook niet meer dan dat.
Met de gierige koning is een goede aanzet gegeven. Natuurlijk is het nog geen stripboek, maar grootmeester Khing heeft wel zijn medewerking verleend.(zou de achternaam een rol gespeeld hebben?) Breng Erik opnieuw uit met de integrale tekst en laat Thé Tjong-Khing de tekeningen maken. Zo is het boek geschikt voor de literatuurlijst van het middelbaar onderwijs en krijgt het de tekenaar die het verdient. Wacht niet te lang, want ondanks dat hij in goede gezondheid is, hoopt Khing dit jaar de gezegende leeftijd van 89 jaar te bereiken.
Los van de prachtige sprookjes van Godfried Bomans vind ik dat een andere verhalenbundel zeer geschikt is als stripverhaal: Kopstukken. In deze bundel worden zogenaamd interviews gehouden met zeer bijzondere Nederlanders. Het begin van de 100-jarige wil ik u niet onthouden:
‘Is vader thuis?’ vroeg ik aan het oude mannetje dat open deed. Hij knikte, en liet mij in een kamertje waar een nog ouder mannetje zat dat al bijna dood was. Haastig rukte ik een spreekhoorn van de wand en schreeuwde in zijn oor: ‘wel gefeliciteerd!’
‘U bent abuis,’ zei de oude man met doffe stem, ‘vader is boven.’
Een legendarische opening van een verhaal die ook in het verdere verloop schitterend uitgewerkt wordt. Waar blijven jullie, geachte Nederlandse striptekenaars, pak de handschoen op en geef deze schrijver de eer die hij verdient.