Na een langdurige lobby met enkele behoorlijke tegenslagen, is het eindelijk gelukt. We mogen op bezoek in het bekendste kasteel uit de stripgeschiedenis: Molensloot. Lees mee en huiver tijdens ons bezoek aan de helden van Hergé.
Na een wandeling over de enorme oprit van kasteel Molensloot, worden mijn trouwe assistent Raymon en ik op het bordes verwelkomd door Nestor, de butler van kapitein Haddock.
‘De kapitein verkeert in de serre,’ zegt hij met een hete aardappel in de keel. ‘Willen de heren mij maar volgen.’
Lopend door de gangen krijgen we een indruk van de pracht en praal van het kasteel. Marmeren vloeren, gigantische kroonluchters en de wanden verrijkt met diverse voorvaderen van de eigenaar. Dit moet een lieve duit gekost hebben.
In de serre heet kapitein Haddock ons welkom en excuseert zich voor de afwezigheid van Kuifje. Hij weet de reden niet, maar wel dat hij elk moment kan verschijnen.
Na een kwartiertje begint de situatie ongemakkelijk te worden. Aan het ijsberen van de kapitein te zien, begint hij zich steeds meer te ergeren.
‘Duizend bommen en granaten, waar blijft die zoetwatermatroos. Moment, ik bel hem wel even.’
De kapitein pakt de hoorn van de haak en hanteert de draaischijf van de oude zwarte telefoon.
‘Hallo Kuifje?, hier met… Wat? Hoezo met slagerij van Kampen? Hoepel op van de lijn, afvallige aardappelluis.’
Raymon kijkt mij even kort aan en ik begrijp zijn hint. Het lijkt me echter niet netjes om zonder een interview het gebouw te verlaten.
‘La, la, la, laaaaaaaaaaaa, la, la la, la.’
Een afgrijselijk gejammer klinkt vanuit de aangrenzende kamer.
‘laaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa.’
Raymons gezicht begint groen uit te slaan en ikzelf voel een agressieve allergische reactie opkomen. De kapitein reageert amper, alhoewel ik toch enkele traantjes in zijn ooghoeken meen waar te nemen.
‘Andermaal excuses heren, maar op vrijdag repeteert mevrouw Castafiore. Ik heb haar van uw bezoek op de hoogte gebracht, maar ze houdt altijd vast aan haar wekelijkse programma.’
‘laa..lala..laa..lala..laa..lala..laaaa.’
Raymon begint nu duidelijk emotioneel te worden en ook de kapitein wrijft met een zakdoek door zijn ogen. Het wordt tijd om in te grijpen. Ik bedank de kapitein hartelijk en beloof hem binnenkort terug te komen. We spreken af dat hij me zal bellen, als Kuifje wel aanwezig is.
Buiten lopen we richting het hek, als we links bij een vijver iemand in een tuinstoel zien zitten. Het is Kuifje die met een boek en een glas limonade geniet van de prille lentezon. Hij is kennelijk goed op de hoogte van het weekritme van Bianca Castafiore.