Hoewel het voor de huidige generatie heel anders is, blijft Tarzan voor mij Johnnie Weissmuller met Maureen O’hara als de oogverblindende Jane. De oud-Olympisch kampioen zwemmen,(2x goud op de 100m vrije slag) was de personificatie van de jungle-held, die alleen benaderd werd door Lex Barker (wereldberoemd als Old Shatterhand in de Karl May-films). Zijn oerwoudkreet was zo treffend, dat hij ook in latere films met andere hoofdrolspelers gebruikt werd.
In Nederland verscheen Tarzan in 1937 voor het eerst in stripvorm. In het zeer zeldzame album Sint-Nicolaas-Tips verscheen het verhaal De terugkeer van Tarzan getekend door de Amerikaan Rex Maxon. Een exemplaar van Sint-Nicolaas-Tips schijnt in goede staat rond 1500 euro op te brengen. Misschien zelfs aan de lage kant, want ik heb er in 40 jaar nog nooit een gezien.
Na de H.A.T.E., ATH en Metropolis uitgaven verschenen in de jaren 60 de Tarzan-Classics.
De verhaallijnen van Edgar Rice Burroughs werden al lang niet meer gevolgd, maar de avonturen bereikten wel een hoogtepunt. In combinatie met het verschijnen van de films op de televisie werd Tarzan een held voor de jeugd. Iedereen wilde wel spannende avonturen in de jungle beleven onder het slaken van de kreet: 'Tarzan Bundolo'. Dat laatste riepen we trouw op het schoolplein naar aanleiding van de classics. Wat het betekende wist niemand, maar dat het bij hem hoorde was geen discussie.
Dat de verhalen van de oerwoudheld de tand des tijds zouden overleven, is geen verrassing. Het is vergelijkbaar met Jungle-Book van Kipling. Het verhaal is te sterk om ten onder te gaan. Nog enkele tips voor de rechtgeaarde Tarzan-fan: Tarzan heerser van de Jungle, uitgeverij Silvester en de onvolprezen Tarzan in color waar de verhalen in luxe uitgaven chronologisch heruitgegeven zijn.