Het valt Herman zwaar om elke 2 weken een recensie over een stripboek te schrijven. Daarom heeft hij zijn vriend Max gevraagd een handje te helpen. Twee weten nou eenmaal meer dan een. Vandaag bespreken ze samen Het betoverde schaakspel van Marten Toonder.
‘Wat ben jij aan het doen man?’
‘Hoe bedoel je? Ik zet gewoon de stukken op.’
Max fronst zijn wenkbrauwen en kijkt Herman aan.
‘Zie je het echt niet? Kijk nou op welk veld de dame staat.’
‘De witte dame staat netjes op een wit veld. De dame bekent kleur heb ik altijd geleerd.’
‘Dat klopt als een bus, maar valt het je niet op dat de witte koning links van haar staat?’
‘Hmm, dat is wel een beetje apart, nou je het zegt. Geen idee hoe dat kan.’
‘Je hebt het bord een kwartslag gedraaid oelewapper,’ zegt Max. ‘Het buitenste veld links van je is wit en dat behoort zwart te zijn.’
Met het schaamrood op de kaken draait Herman het bord om en plaatst de stukken op de goede velden. Hij en Max hebben afgesproken om hun recensie van Het betoverde schaakspel op te leuken met een echt potje schaak. Het boekje is verschenen naar aanleiding van het 150-jarig bestaan van de schaakbond en ze mogen beide graag een potje spelen.
‘Heb jij ooit Tom Poes en de zwarte Vleer gelezen,’ vraagt Herman terwijl hij zijn pion naar F3 speelt.’
‘Ja, jaren geleden, waarom vraag je dat.’
‘Nou het verhaal is volledig identiek aan Het betoverde schaakspel,’ antwoordt hij.
Max denkt even na en speelt zijn pion naar E6.
‘Niet helemaal. Het einde is anders. Ik denk dat ze dat gedaan hebben omdat het een jubileumuitgave van de KNSB is.’
‘Ik vond de Zwarte Vleer leuker,’ zegt Herman. ‘Deze uitgave komt een beetje geforceerd over.’
‘Hoe bedoel je dat? Ik vond het juist leuk. Dat idee met die schaakzet aan het eind is origineel toch. Jij bent trouwens aan zet.’
Herman plaatst een pion op G4 en neemt een slokje van zijn borrel.
‘Ik vond het een beetje hap-snap. Het ging te snel. Hier was veel meer van te maken geweest.’
‘Dat ben ik niet met je eens. Tom Poes-verhalen staan er om bekend dat ze een hoge verhaalsnelheid hebben, vooral de uitgaves met de ballonteksten. Ik zou trouwens nog eens nadenken over die pion op G4.’
‘Misschien heb je gelijk, maar de snelheid is hier iets te hoog. Vond je het ook niet vervelend dat niet alle stukken op het bord stonden?’
‘Helemaal niet. Dat paste gewoon beter in het verhaal. Ik bedoel bij ons staan alle stukken er keurig op en dan bedenkt iemand zo’n debiele zet als G4.’
‘Ik bepaal zelf wat ik zet hoor. Probeer jij nou maar een fatsoenlijk antwoord te verzinnen.’
‘Ok, dame H4 mat!’
‘Huh, mat? Wat is dit nou weer?’
‘Dit heet de gekkenmat en je moet inderdaad volslagen van de pot getrokken zijn om het voor elkaar te krijgen.’
Herman doet de stukken zonder wat te zeggen terug in het doosje en zet ze samen met het bord terug in de kast.
‘Ik heb het heel druk zo. Babs en ik moeten nog bij haar zus op bezoek.’
Max grijnst en drinkt zijn glaasje leeg.
‘Altijd goed schaaktopper, maar je moet wel een cijfer voor dit stripboek geven.’
‘Een klein zeventje,’ zegt Herman. ‘De tekeningen vond ik wel heel sfeervol.’
‘Ik geef een dikke 7 ½. Ik vond het een leuk stripboek. Nou tot de volgende keer ouwe reus, dan gaan we een potje Pim-Pam-Petten. Ik bedoel, we moeten ons wel aanpassen aan jouw niveau.
‘Leuk hoor, erg grappig. Wacht maar tot het volgende potje, blaaskaak.’
‘Altijd goed en veel plezier bij je schoonzuster.’
Ps.,
Voor wie er in geïnteresseerd is, de variant die Herman en Max op het bord plaatsten staat bekend als de Narrenmat: de kortst mogelijke manier om iemand mat te zetten vanuit de beginstelling.