Herman zoekt in de opslag van zijn ouders naar aanknopingspunten, over zijn mysterieuze voorvader. Het geluk lijkt hem nu toe te lachen.
Herman stopte de prentenboeken en de schoenen in een doos en zocht verder. Het was de eerste directe aanwijzing voor het bestaan van Johannes Gerards. Zijn gevoel dat de cadeaus wel gekocht waren, maar niet verzonden, bleek juist.
Halverwege zijn zoektocht kwam de auto van ‘Olle Brut’ aanrijden. Twee mannen van middelbare leeftijd stapten uit en liepen richting de box.
‘Fijn dat u alles al gereed heeft staan, meneer. Dat zien we niet elke dag.’
Herman zei dat ze aan de voorkant konden beginnen, omdat hij de achterste dozen nog even wilde nakijken. Na een half uurtje gaf hij het op. De emaillen broodtrommel met inhoud was de enige aanwijzing. De hoop op het vinden van het eerste Kuifje album begon langzamerhand een utopie te worden. Hij bedankte de mannen van de kringloop en fietste naar huis. De prentenboeken en de schoenen waren in ieder geval het bewijs dat Johannes bestaan had. Het album was waarschijnlijk in de loop der jaren verloren gegaan.
Hij borg de oude familieschatten op en liep de woonkamer in. Onder het genot van een lekker bakkie troost en een speculaasje vertelde hij zijn hele verhaal aan Babs. Voor één keer gaf hij ook aan dat de bijdrage van Diederik hem op weg geholpen hadden. Alleen jammer dat het eindresultaat niet was, wat hij gehoopt had.
Na zijn verhaal begon Babs zenuwachtig te appen met haar telefoon. Ze gaf geen antwoord op Hermans vraag of er iets aan de hand was en keek om de 10 seconden op het beeldscherm. Na een kwartiertje was hij het zat en trok de mobiel uit haar hand.
‘En nou vertel je me wat er aan de hand is. Je lijkt verdorie niet goed snik.’
Babs ging op de bank zitten en deed haar hoofd naar beneden. Met een stem die 40 decibel lager was dan normaal gaf ze antwoord op zijn vraag.
‘Je kent vast Norbertje en Grietinus nog, die schattige jongens van tante Karlijn. 2 jaar geleden vroegen ze me of ik spullen had voor de vrijmarkt. Ik heb ze wat ouwe troep meegegeven uit de opslag van je moeder, waaronder 2 ingedeukte oude broodtrommels. De mooiste heb ik voor jou laten staan.’
The end.