Herman vat het idee op om bij Monica Schreurs op bezoek te gaan, de dochter van Eric Schreurs. Hij wil haar duidelijk maken hoe groot zijn adoratie is voor de legendarische anti-held, Joop Klepzeiker.
Met 2 sloten en een gigantische ketting maakte Herman zijn fiets vast aan een lantaarnpaal. Hij bevond zich in een achterafwijkje en wilde nog iets langer genieten van zijn elektrische vervoermiddel.
Via Facebook had hij het adres weten te achterhalen van Monica Schreurs. Na intensief onderzoek van haar persoonlijke site, was hij tot de conclusie gekomen dat het hier echt om de dochter van het onlangs overleden stripfenomeen ging. Meerdere malen had hij haar persoonlijke berichtjes gestuurd en haar uitgenodigd om zijn vriend te worden. Helaas zonder resultaat. Zoals zo vaak had Monica echter te veel van haar persoonlijke gegevens op Facebook prijsgegeven. Door 1 en 1 bij elkaar op te tellen, was hij uiteindelijk bij dit adres uitgekomen.
Aarzelend bleef hij voor het tuinhekje staan. Op de groene postbus aan de rechterkant stond M. Hoving vermeld. Waarschijnlijk was dat de naam van haar man, die ze na een huwelijk verkregen had. De M van Monica klopte tenminste. Hij opende het tuinhekje, dat meteen plat op de grond viel. Het leek verdorie wel of hij bij Onslow uit Schone Schijn op bezoek ging. Het enige dat ontbrak was het autowrak met de agressieve hond.
Hij plaatste het hekje zo goed en kwaad als het ging terug en liep naar de voordeur. Nergens was een bel te ontdekken en de brievenbus was met duct tape dichtgeplakt. Niet echt een gastvrije woning. Hij stapte in het tuintje en keek door het raam. Binnen zag hij een vrouw in ochtendjas voor de televisie zitten. Ze had hem niet in de gaten, dus raapte hij alle moed bij elkaar en klopte op het raam.
‘Kunt u nog eens precies uitleggen waarom u aangifte wilt doen tegen de heer Gerards, mevrouw Hoving.’
‘Nou dat lijkt me toch duidelijk agent. Die man ramt eerst 3 keer op mijn raam en nadat ik de voordeur open, begint hij me voor rotte vis uit te maken.’
‘Wat bedoelt u precies met rotte vis?’
‘ Eerst zegt hij dat ik mijn klep moet houden, daarna noemt hij me een zeikerd en als klap op de vuurpijl maakt hij een vrouwonvriendelijke opmerking over mijn scheur. Dat lijkt me ruim voldoende voor een aangifte toch?’