Herman vindt op de zolder van Akim een vreemde telefoon die buiten afgaat. Lees deel 68a voor de details. Veel leesplezier met dit vervolg
Herman zette de fiets terug in het rek en haalde de telefoon uit zijn zak. Op het schermpje verscheen de bekende uitspraak ‘Nou moe’ van Guust. Wat een grappig ding, blijkbaar een of andere ouderwetse Franquin-gadget. Hij stopte hem terug en reed naar huis.
Thuis schonk Babs hem een bakkie in en grinnikend vertelde hij haar over zijn stomme actie bij Akim.
‘Dat is echt iets voor jou om een dag te vroeg de winkel in te lopen, maar laat me die telefoon eens zien,’ zei ze.
Herman gaf haar het ding, waarna Babs op de knopjes begon te drukken.
‘Wel voorzichtig,’ reageerde Herman. ‘Misschien is dat ding wel geld waard.’
‘Mocht dat zo zijn dat staat het je wel netjes om hem weer terug te brengen naar Akim.’
‘Hij lag bij het grofvuil hoor,’ mopperde Herman
Babs drukte op nog wat toetsen waarna de telefoon weer overging.
‘Kijk wat grappig er verschijnt een plaatje.’
Ze gaf de telefoon aan Herman die de afbeelding bekeek.
‘Dat is Juffrouw Jannie,’ ik dacht al dat het merchandising van Guust was.
Hij begon willekeurig op de toetsen te drukken, waardoor achtereenvolgens Kwabbernoot, Robbedoes en Guust verschenen.
‘Wat een geweldig ding. Ik ga boven even zoeken of ik er meer informatie over kan vinden.’
‘Prima, maar daarna breng je het netjes terug,’ zei ze terwijl ze hem strak aankeek.
Herman reageerde niet en liep de trap op. Dat teruggeven was van later zorg.
Na een uurtje zoeken in zijn naslagwerken had hij nog steeds niets gevonden. Zelfs op internet stond geen enkele informatie. Dit moest wel een heel bijzonder item zijn. Hij drukte weer wat toetsen in en na een paar keer verscheen agent Vondelaar. Het leek erop dat alle personages uit de strip in de telefoon verborgen zaten. Hij bestudeerde hem wat nauwkeuriger en vond aan de zijkant een knopje. Hij drukte erop en de telefoon klapte open. Verbijsterd keek hij naar de inhoud. Het ding was helemaal leeg.
Wordt vervolgd.