Herman baalde. Hij had net een gesprek bij de soos gehad en werd nu verplicht om vrijwilligerswerk te doen. Het zou zijn kansen op de arbeidsmarkt groter maken, wat een flauwekul. Hij stak zijn hand omhoog en kreeg zijn derde halve liter aangereikt. Prettig gevoel wanneer de barkeeper van je wensen op de hoogte was.
“Wat kijk je somber ouwe striptijger. Wil je vrouw dat je het plafond gaat witten?” grijnsde de barkeeper.
Herman nam een riante slok, zette zijn keel op de ontluchtstand en vertelde wat er gebeurd was.
“Waarom begin je niet voor jezelf?” vroeg de barkeeper. “Ik heb begrepen dat de soos daar zelfs aan mee wil betalen.”
Herman fronste zijn wenkbrauwen en besloot alleen uit beleefdheid antwoord te geven.
“En waar had je dan aan gedacht? Ik kan toch niks. Misschien een kringloopwinkel, maar daar zijn er al genoeg van.”
De barkeeper schonk zichzelf een borreltje in en ging naast Herman zitten.
“Op dit moment zijn themacafés modern. Je hebt een kattencafé, een hondencafé, een café voor transgenders en zelfs eentje voor mensen met rood haar.”
“Leuke informatie, maar wat heb ik daaraan?” vroeg Herman.
“Nou, jij verzamelt toch van die stripboekenrommel. Is het geen idee om een stripcafé te beginnen?”
Herman voelde de adrenaline door zijn lichaam gieren. Wat een geweldig idee. Hij kon de stroom ideeën die door zijn hersens knalden amper bijhouden.
“Hoe kom ik aan geld? Waar is een pandje vrij? Hoe zit het met de inrichting? Welk merk….”
“Rustig, rustig,” lachte de barkeeper. “Ik denk dat ik je wel kan helpen. Laten we eerst eens rustig alles op een rijtje zetten. Heb jij al een idee voor een naam?”
Hermans ogen begonnen te schitteren. Natuurlijk had hij dat. De eerste letters van zijn voor- en achternaam vormden de naam van de grootmeester van de klare lijn. Zijn café zou Herge gaan heten. Café Herge, dat rijmde zelfs. Wat zouden Babs en Diederik opkijken.
Wordt vervolgd.