In een vorige blog heb ik besproken dat veel populaire strips het gezin als basis hebben. Voor de lezer is er een grote mate van herkenbaarheid. De ultieme vorm van herkenning vindt natuurlijk plaats in Carl Barks’ Duckstad.
Heeft u zich wel eens afgevraagd hoe het mogelijk is dat de Donald Duck door alle leeftijden wordt gelezen en zelfs op de universiteiten het meest gelezen boek is? Volgens mij komt het, omdat alle avonturen en personages herkenbaar zijn. Natuurlijk zijn er enkele vreemde zaken, zoals de neefje die bij hun oom wonen en dat vrijwel alle inwoners vrijgezel zijn, maar verder….
De strijd tussen Donald en buurman Bolderbas zou in onze wereld gegarandeerd bij de rijdende rechter terechtkomen. Bomen die over de heg groeien, met de vraag van wie is deze appel? Storten van huisvuil in elkaars tuin, maar vooral pesten en elkaar het leven onmogelijk maken.
Dagobert Duck staat voor het extreem rijke kapitalistische individu die alleen rekening houdt met zichzelf. Natuurlijk hebben we allemaal een hekel aan hem, maar misschien zouden sommigen maar wat graag met hem ruilen. (Stiekem hoopt iedereen dat de zware jongens een keer succes zullen hebben.) Maar toch, ook hier een grote overeenkomst met de maatschappij waarin we leven. Het knappe vind ik dat verhalen uit de jaren 60 naadloos op onze tijd passen. De menselijke problemen uit Duckstad zijn blijkbaar van alle tijden.
Carl Barks heeft op een geniale manier gebruik gemaakt van het leven van alledag. Het truttige burgerlijke leven van Donald Duck en zijn vrienden, de dromen die ze hebben om uit die wereld te ontsnappen, de geluksvogels die dat door toeval wel gelukt is, maar vooral de gelijkenis met ons eigen bestaan. Blijkbaar is de lezer gecharmeerd door een wereld die hij begrijpt. Dat zou mij ook kunnen overkomen, die Willy Wortel lijkt op een oom van mij, tante Katrien is precies mijn overbuurvrouw. Erg slim gedaan en op deze manier gegarandeerd de komende jaren nog steeds erg succesvol.