Trots maakt stripwinkel Akim bekend dat we vandaag te gast zijn bij de beroemdste Nederlandse striplegende. Om de spanning nog even vast te houden, beperken we ons eerst tot het noemen van het adres: Distellaan 13. Laat u verrassen en volg ons tijdens deze bijzondere ontmoeting.
Op een druilerige aprildag staat mijn trouwe assistent Raymon op het punt de bel te luiden van een sprookjesachtig kasteel nabij het stadje Rommeldam. Op het moment dat hij het touw van de bronzen bel vastpakt, gaat de deur open en een wit kereltje stormt woedend naar buiten.
‘Jonge vriend, laat hem me uitleggen, jonge vriend…’ klinkt een stem vanuit de gang.
Het ventje, in wie ik meteen al Tom Poes herkend heb, reageert niet en loopt zonder wat te zeggen het pad af. Na enkele ongemakkelijke minuten gaat de deur verder open, waarna butler Joost ons op gepaste wijze toespreekt.
‘Heer Olivier verontschuldigt zich voor de vervelende situatie en verzoekt de heren van Akim plaats te nemen in de bibliotheek. Hijzelf zal zich zo spoedig mogelijk bij hen voegen. Wilt u mij maar volgen.’
In de bibliotheek verwarmen we ons onder het genot van een heerlijke kop chocolademelk aan het knappend haardvuur. De ruimte straalt door de duizenden oude boeken een serene rust uit en doet je verlangen naar een welverdiende probleemvrije oude dag.
Na een poosje verschijnt heer Bommel vanuit een zijdeur, knoopt zijn jas dicht en gaat tegenover ons zitten. Hij steekt een pijp op en begint na enkele genietende trekjes te spreken.
‘Excuses voor het incident met mijn jonge vriend. Hij begreep een onverkwikkelijke situatie verkeerd en ik zal hem daar een dezer dagen op aanspreken.’
Net als ik wil beginnen met mijn goed voorbereide interview klinkt uit de verte de stem van een vrouwspersoon.
‘Ollie liefje, kom je nog even. Ik heb het zo koud.’
Ik kijk Raymon aan die verbaasd zijn schouders ophaalt.
‘Ollie liefje, waar blijf je? Je Doddeltje krijgt het steeds kouder.’
Heer Bommel tikt zijn pijp op de asbak af en staat nerveus op. Hij zit duidelijk met de situatie in zijn maag.
‘Zullen we dan maar een andere keer terugkomen?’ vraag ik om de situatie nog enigszins te redden.
Net als heer Bommel wil antwoorden klinkt de stem opnieuw en nu een stuk dwingender.
‘Bolle als je nu niet snel komt, zoek je het maar uit de komende maanden. Ik geef je nog precies 1 minuut.’
Nadat Joost ons met enkele smoesjes de deur uitgewerkt heeft, lopen we zwijgend naar de auto. Na het instappen doet Raymon zijn autogordel om en kijkt me aan.
‘Je ziet dat bepaalde handelingen niet alleen voorbehouden zijn aan Ali B. en Marco Borsato,’ zegt hij grijnzend.