In deze eerste aflevering van ‘Akim te gast…’ zijn wij uitgenodigd bij uitgeverij Dupuis te Marcinelle in België. Na lang onderhandelen, heeft meneer Dupuis ons toestemming gegeven een kort gesprek te voeren met een van de iconen uit de stripwereld: Guust Flater.
Precies om 09.00 uur staan mijn trouwe assistent Raymon en ik voor het indrukwekkende pand van Dupuis. Met een gezonde portie nervositeit druk ik op de bel, waarna de deur vrijwel meteen opengaat.
‘Goedemorgen, de heren van Akim neem ik aan. Wilt u mij maar volgen.’
Ik knik naar Raymon, die echter niet begrijpend zijn schouders ophaalt.
‘Dat is Pruimpit, de baas van Guust,’ fluister ik in zijn oor.
De man wijst ons de kapstok en gaat ons voor door het historische gebouw. Voor een smalle houten trap blijft hij even staan.
‘Schrik niet van het gekraak op deze trap, maar de treden zijn behoorlijk sterk. Misschien is het wel verstandig om de leuning goed vast te houden.’
Raymon stuurt mij een angstige blik, die ik besluit te negeren. Als rechtgeaarde verslaggever kom je nou eenmaal voor hete vuren te staan.
Op de eerste verdieping blijft Pruimpit staan voor een deur met een oud naambordje. Van dichtbij is nog net de naam ‘Kwabbernoot’ te lezen.
‘Dit is het kantoor van Guust. Nadat meneer Kwabbernoot vertrok naar Rommelgem, eiste hij meteen zijn werkruimte op. Laten we het maar sterallures noemen.’
Hij opent de deur, waarna we getuige worden van een onwaarschijnlijke chaos. Overal liggen ordners, kranten, losse papieren en prullaria. Naast het raam staat een tafel pizzadozen, die Raymon net kan ontwijken door zich aan de vensterbank vast te grijpen. Verbaasd kijkt hij naar de witte massa die vanaf dat moment zijn rechterhand bedekt.
‘Sorry voor het ongemak,’ zegt Pruimpit. ‘Guust laat die meeuw van hem overal zijn behoefte doen, waarvan u zojuist het slachtoffer geworden bent. We zijn al lang blij dat hij de kattenbak in de hal geplaatst heeft.’
‘Hoe is het eigenlijk om te werken met zo’n beroemdheid?’ vraag ik, terwijl ik naar Raymon knik dat hij het opnameapparaat moet starten.
‘Dat is vreselijk meneer. De man levert geen enkele bijdrage aan het bedrijf en zorgt alleen voor problemen. Door zijn schuld zijn diverse lucratieve contracten in de prullenbak verdwenen. De enige reden dat we hem niet ontslaan, is zijn populariteit bij het publiek. We hebben zelfs geprobeerd bij meneer Franquin een schadevergoeding te eisen, omdat die verantwoordelijk is voor zijn aanwezigheid. Maar ja, u weet hoe dat gaat met beroemdheden voor de rechtbank.’
Ik zie dat Raymon zijn hand aan een tafelrand afveegt en met woeste blikken aangeeft dat hij het voor gezien houdt. Ik besluit nog even vol te houden.
‘Is Guust aanwezig,’ vraag ik aan Pruimpit. ‘Meneer Dupuis heeft ons toestemming gegeven voor een kort gesprek.
‘Hij zal heus wel ergens zijn, maar geen idee waar. De kans is groot dat hij nu met Juffrouw Jannie aan het rollebollen is in het archief. Ik begrijp echt niet wat zij in die idioot ziet.’
Raymon geeft andermaal aan dat hij weg wil en na een kort afscheid staan we 30 minuten later buiten. Mijn trouwe assistent heeft zijn enkel verzwikt, nadat de een na laatste trede het begeeft. Pruimpit heeft toegezegd dat hij hem naar de eerste hulp zal rijden. Een vervelend einde van een bijzonder bezoek.