‘Het was 12 november 1918. De eerste dag vrede van een laatste jaar oorlog. Mijn vader zei dat we die dag de winter van een ganse wereld hadden begraven. Zonder dat we wisten waar de lente was. Op de mistroostige binnenplaats van een kazerne in de Elzas staat Max, een verslagen en revolutionair Duits soldaat, tussen andere mannen uitgespuwd door het conflict. Hij heft woedend zijn vuist naar de vlaggen. Julien was daar ook, een jonge Franse fotograaf die er niet om gaf dat hij een overwinnend soldaat was en maar één ding wilde: de oorlog van zich afgooien. Ergens anders zat zij. Tina, Mexicaanse guerrillera van twintig, toen ze m’n moeder nog niet was. ’t Is grappig als ik eraan denk: ze was toen net zo oud als ik nu. Op het einde van 1918 was de lente voor alle drie nog ver weg. Ik geloof vast dat ze die dag besloten hem samen te zoeken. Ieder voor zichzelf, maar samen… En samen de winter ontvluchten…’
• | 3. | De zomer kleurt rood |
• | 4. | Revoluties doven uit in de Herfst |
Wij bieden je de mogelijkheid om op de hoogte gehouden te worden bij het verschijnen van nieuwe, of door je gezocht uitgaven. Je dient hiervoor ingelogd te zijn.