In 1964 kreeg ik met Sinterklaas Sjors en Sjimmie als journalisten. Door een gebeurtenis in dit verhaal ben ik uiteindelijk deze strip (alleen de versies van Frans Piët) gaan verzamelen. Het oorspronkelijke album heb ik nog en wordt ondanks de slechte staat, keurig in zuurvrij plastic bewaard.
In de journalisten dalen Sjors en Sjimmie voor de krant af in de staatsmijnen in Limburg. In een van de mijngangen ontmoeten ze het mijnspook. Mijn vader, die als koelpiet jarenlang in de Oranje-Nassau-1 werkte, had regelmatig over dit spook verteld. Ik zag in dit album de bevestiging dat hij de waarheid gesproken had.
Sjors en Sjimmie kwam een keer per jaar uit rond de feestdagen. Sjors figureerde eerst alleen als held, maar kreeg in 1950 gezelschap van zijn vriend Sjimmie. In dit verhaal, in het Circus, heeft Sjimmie nog een moeder en spreekt normaal Nederlands. Pas later hanteert hij het taaltje wat elke gepensioneerde Nederlander onmiddellijk zal herkennen: Sjimmie lekkere karbonaadjes eten. Er is veel over Sjimmie en zijn taalgebruik geschreven. Het zou verwijzen naar ons koloniale verleden en zelfs racistisch zijn . Ikzelf vind het meer een tijdsbeeld en heb me er nooit aan gestoord. Als kind vond ik Sjimmie erg grappig en was hij mijn held.
Vanaf 1953, Sjimmie en de Tijger, verschenen de avonturen in de bekende dikke albums. Eerst waren de pagina’s afwisselend gekleurd en zwart-wit en later full color. Vooral Op zoek naar de zwarte ridder en de Tijdmachine waren qua stijl en plot van hoge kwaliteit. Later bleek dat deze verhalen niet door Lou Vierhout, maar door Toon Kortooms geschreven waren. Voor de kenners onder ons, dat was de schrijver van Help de dokter verzuipt en Beekman en Beekman.
Rond 1970 hield Frans Piët het voor gezien. Zijn laatste verhaal, Sjors en Sjimmie naar de bollen, werd niet eens meer in een los album uitgegeven. ( in 1981 verscheen het verhaal integraal in Strip Mix-2) Jan Kruis nam het stokje over, maar voor mij bestaat er maar een tekenaar van Sjors. Gelukkig heeft Jan dit op tijd ingezien en startte in 1971 met Jan Jans en de kinderen. Ieder zijn ding zullen we maar zeggen.