Duizend bommen en granaten, ellendige aardwormen, carnavals Mussolini, bosjesnegers, zomaar enkele krachttermen uit het vocabulaire van Kuifjes populairste personage: kapitein Haddock. Kwade tongen beweren zelfs dat de scheldkanonnades gebaseerd zijn op de uitspraken van Leon Desgrelles, de rechts-extremist voor wie Herge in de oorlog illustraties verzorgde.
Vanaf “De krab met de gulden scharen” uit 1941 is kapitein Haddock de vaste metgezel van Kuifje. Hij begeleidt en ondersteunt hem in alle daaropvolgende avonturen. Volgens Herge zelf is Haddock ook een hoofdpersoon. Hij vergelijkt zijn karakter met dat van hemzelf. Soms opvliegend, een notoire whisky-drinker en hij doet net als ieder mens domme dingen. Dit staat natuurlijk haaks op het vlakke, onwerkelijke karakter van Kuifje, de ideale schoonzoon zonder fouten.
Haddock woont op kasteel Molensloot, soms samen met professor Zonnebloem. In de “Juwelen van Bianca Castafiore” vindt zelfs het hele verhaal op deze locatie plaats, een uniek moment in de striphistorie. Zijn naam is een letterlijke vertaling van gerookte schelvis, het lievelingsgerecht van Herge.
Het grootste probleem van kapitein Haddock is zijn drankzucht. Het is nog zwak uitgedrukt om hem alcoholverslaafd te noemen. De gevolgen van zijn drankgebruik worden meestal net op tijd door Kuifje weer rechtgezet. Pas in “Kuifje en de Picaro’s” vindt professor Zonnebloem een middel uit dat alle alcohol smerig doet smaken. Op dat moment stopt Haddock eindelijk met drinken.
Toen in 1944 Brussel bevrijd werd, was Herge bezig met “Het geheim van de Eenhoon”. Om bekende redenen werd het verhaal pas na de oorlog voortgezet. Oorspronkelijk heette dit verhaal “De erfenis van kapitein Haddock”. Een naam die naar mijn mening verdiend was geweest voor deze bijzondere hoofdpersoon.