Zoals al uitgebreid in de media heeft gestaan, bestaat de strip Jan, Jans en de kinderen 50 jaar. Alles over de strip is dus uitgebreid verteld, behalve een klein aspectje: de positie van vader Jan in het gezin.
In de eerste jaren van de strip werkt Jan bij een oliemaatschappij, Jans doet de huishouding en zorgt voor de kinderen, Catootje en Karlijn. Een klassieke gezinssituatie en voor de Libellelezer herkenbaar. Tijdens hun verblijf in Drenthe begint hier verandering in te komen. Jans wordt geëmancipeerd en wil carrière maken. Ze wordt hierin gesteund door nicht Hanna. Het lukt haar uiteindelijk om in de politiek te gaan en Jan wordt meer en meer in de rol van huisvader gedwongen. De geboorte van nakomeling Gertje bepaalt zijn nieuwe rol definitief.
Vanaf dat moment zie je de arme man wegkwijnen. Hij delft het onderspit in een door vrouwen gedomineerd wereldje. Zijn dochters maken hem belachelijk, zijn vrouw manoeuvreert hem in de positie van huisman en zijn wegkwijnende mannelijkheid wordt definitief teniet gedaan door nicht Hanna. Ik bedoel waar blijf je als mannelijke macho als je van een BOM-moeder verliest met handje drukken?
Elke andere kerel die in een vergelijkbare situatie terechtkomt zoekt afleiding. Hij wordt lid van de voetbalvereniging, gaat elke vrijdagmiddag naar de vrimibo, of verzamelt gewoon stripboeken. Jan doet niets van dit alles. Hij is terneergeslagen en heeft de moed opgegeven. De enige persoon die hem zou kunnen steunen, zijn vader Gerrit, vergelijkt hem steeds met zijn broer Gijs. Dat, laten we het voorzichtig zeggen, pakt niet goed uit voor Janneman. Toch is er een personage die hem begrijpt en die hem het liefste toe zou willen schreeuwen: ‘Ga wat doen man, word lid van het bierbrouwersgilde, zet een visvereniging op met de pakkende naam “Lus van het wief”, maar stop met zielig zijn. Helaas kan een rode kater niet communiceren met een mens. Jammer eigenlijk, want als geen ander weet hij wat het is om van zijn mannelijkheid bestolen te worden.