Deze blog is het vervolg op vorige week, waarin ouderwetse scenario’s ter sprake kwamen. Ook ga ik in op de kritiek op de afgelopen stripdagen in Haarlem.
In het NRC van 7 juni noemt Paul Steenhuis de stripdagen een retro-oefening voor nostalgische mannen. Hij vindt dat er te weinig aandacht wordt besteed aan jonge moderne stripmakers. Heeft hij hier gelijk in?
Los van de kritiek die Steenhuis uit, is het een feit dat de jeugd niet zit te wachten op oubollige strips als De Rode Ridder en Tom Poes. Ze waarderen Manga, Comics en strips die gerelateerd zijn aan bijvoorbeeld Netflix-series. Het ontbreken van een digitale noot in stripverhalen is ook een oorzaak voor hun desinteresse. Op de vraag hoe je ze opnieuw kunt interesseren voor een stripboek, zal dus met deze gegevens rekening gehouden moeten worden. Maar hoe doe je dat?
Het is een inkopper dat stripwinkels niet geïnteresseerd zijn in volledig digitale versies van een stripverhaal, maar misschien is een combinatie mogelijk. Een samenvoeging van klassieke strips en moderne digitaal gerichte kunstvormen. Na een korte brainstorm op de zaak, een voorbeeld.
Laten we eens uitgaan van een ouderwetse strip als Roodbaard. Op het moment dat de held in problemen komt, verschijnt er in het album een QR-code. Via deze code wordt de lezer geleid naar een internetpagina. Daar gaat het verhaal verder als animatiefilm, waarna we weer terugkeren naar het album. Je kunt het alleen samen volgen en niet los van elkaar. Indien mogelijk zou een combinatie met virtual reality helemaal prachtig zijn.
Paul Steenhuis heeft een punt in zijn betoog. Om de jeugd te betrekken bij het stripverhaal zal er meer aandacht moeten komen voor jonge comickunstenaars die een moderne kijk hebben op stripverhalen. Ouwe stripnerds zoals ik, moeten zich dan maar een beetje aanpassen.