Binnenkort wordt weer het beste stripalbum van het jaar gekozen. Een ervaren jury nomineert 5 albums, waaruit uiteindelijk 1 album gekozen wordt. Vorig jaar won, het overigens prachtige, “Bloesems in de herfst” van Aimée de Jongh. Hoe gaat zoiets in zijn werk?
Ik stel me zo voor dat een aantal strippofielen, winkeleigenaren en tekenaars bij elkaar gaan zitten. Iedereen heeft een flink aantal nieuwe Nederlandse uitgaven uit 2019 gelezen en kan daar een goed geargumenteerde mening over geven. Zij kiezen in vriendelijk overleg 5 albums en uitgaande van een vaststaande normering wordt daarna het “beste” album gekozen. Onder feestelijk bazuingeschal brengt het Stripschap daarna de titel naar buiten.
Toch heb ik hier een aantal kleine aanmerkingen op. Het lijkt me onmogelijk dat er een jury wordt samengesteld, die de meeste nieuwe stripboeken gelezen heeft. De kans is dus groot, dat er prachtige albums niet eens door de voorrondes komen.
“Ja maar het alternatief is een publieksprijs,” zei een waarde collega. “en dan wint altijd degene met het grootste netwerk.”
Een terechte opmerking, die al aangeeft dat de keus erg lastig is. Misschien moet er wel een Salomonsoordeel over geveld worden. Niet de een of de andere, maar beide. Dus net als bij het Songfestival een juryprijs en een publieksprijs. Mocht je het toch willen beperken tot één album, dan is er wellicht een puntensysteem te verzinnen. De optelsom van jury en publiek bepaalt dan samen het album van het jaar.
Waarom ik hier zo op doorhamer? Ik denk dat het anders een veel te subjectieve keuze wordt.
Striptekenaars hebben een heel ander idee over kwaliteit dan het publiek en juryleden die amper wat gelezen hebben babbelen lekker mee met degene die zijn argumenten op indrukwekkende wijze ter tafel poneert.
Of ik zelf een mening heb over het stripboek van het jaar? Natuurlijk, maar helaas is het een bundeling van eerder verschenen gags. Mocht Mark Retera een totaal nieuw album maken over mijn held Van Druten, dan zal de keus zeer eenvoudig zijn.