Aandachtig keek Herman naar de etagère. Je kon zeggen wat je wilde, maar dat veganistisch voer zag er niet slecht uit. Nou de smaak nog. Hij had Babs gesmeekt of hij de luxe uitgave van Blake en Mortimer deel 2 mocht aanschaffen. De vriendelijke eigenaar van Akim had hem er een toegezegd, dus die kans kon hij niet laten lopen.
Babs had er een poosje over nagedacht en daarna als voorwaarde gesteld dat hij een middag mee moest naar haar veganistische vrouwenclubje “Het bloemkoolroosje”. De dames hadden een high-tea georganiseerd met louter veganistische hapjes. Herman was uitermate benieuwd, want die drab was normaal niet te eten.
Nadat mevrouw Van der Lippe een lekker glaasje rozenblaadjeswater had ingeschonken, pakte Herman zijn eerste Hors-d'oeuvre. Overal zaten kleine kaartjes op en hij koos voor geroosterde bloemkool met wortelhumus. Hij nam voorzichtig een hapje en voelde zijn maag onmiddellijk opspelen. Dat smaakte verdorie naar verse tuinaarde, wat een derrie. Hij slikte het met moeite door en nam snel een slokje rozenwater. Het vocht bleef ongeveer 3 centimeter na zijn keelgat hangen. Een enorme hoestbui zorgde ervoor dat meneer Van der Lippe binnenkort zijn behang-skills moest laten zien.
Babs keek hem woest aan. Herman probeerde zich eruit te redden door te vermelden dat er een haartje op de wortelhumus had gezeten. Na kleine falafelsandwiches met tahindressing en geroerbakte spinazie met natuurpinda’s gaf Herman het op. Die meuk was absoluut niet te vreten. Ze hadden als drankje zelfs eikeltjeskoffie. Hij was Paulus de Boskabouter niet.
Hij verontschuldigde zich bij de dames en wist net op de tijd de sanitaire mogelijkheden van de woning te bereiken.
Een half uur later stak hij zijn vinger op naar Joop, de eigenaar van cafetaria “Frikandel speciaal”.
“Doe nog maar een kapsalonnetje Joop en een aardbeienmilkshake graag.”
Blake en Mortimer was belangrijk, maar de inwendige mens is absoluut de hoofdzaak.