Tegenover de kinderboerderij van zijn moeder staat een bankje. Sinds kort neem daar af en toe een oude man plaats om van het uitzicht te genieten. Lars houdt hem regelmatig gezelschap.
• Ha die Lars, wat kijk jij sacherijnig
- Ik ben vandaag 2 keer kletsnat geregend. De laatste keer waren zelfs mijn sokken doorweekt.
• Kom op, ben je nou een kerel, of een watje?
- U heeft makkelijk praten. Ik vind het vreselijk om met een zeiknatte broek in de klas te zitten.
• Tja, het is herfst dan staan de hemelsluizen open, zoals ze vroeger zeiden.
- Geef mij maar de zomer, de andere jaargetijden kunnen me gestolen worden.
• Ik vind de herfst en de winter best in orde. Je hebt de feestdagen en mijn moeder maakte bruine bonen met kaantjes en mosterd.
- Kaantjes?
• Ja, van die uitgebakken stukjes spek. Heel ongezond, maar heerlijk.
- Mij lijkt het niks
• Je weet niet wat lekker is. Mijn moeder maakte in de wintermaanden ook altijd bloedworst met appel.
- Gadverdamme, mijn moeder heeft dat ook een keer gemaakt, smerig.
• Wat vind jij lekker dan?
- Patat met een frikandel en macaroni.
• In deze periode moet je toch wat stevigers eten, Het is belangrijk dat je weerstand opbouwt.
- Ja, dat zegt mijn moeder ook altijd.
• Ken je hete bliksem? Ik denk dat je dat wel lust.
- Wat is dat nou weer?
• Stamppot met appel en spekjes. Samen met rookworst is het heerlijk.
- Ik vind alle stamppotten goor, alleen stamppot mous is te eten.
• Stamppot mous?
- Ja, dat groene spul, boerenkool.
• Zo te horen ben je een lastige eter.
- Ik denk dat het wel meevalt. Alleen die drab in de winter vind ik niks.
• Of ben je bang dat je op Billie Turf, of Obelix gaat lijken?
- Obelix ken ik, maar wie is Billie Turf?
• Dat is een strip: Billie Turf, het dikste studentje ter wereld.
- En die had net zo’n pokkel als Obelix?
• Nog veel erger. Alles draaide bij hem om eten en liefst zoveel mogelijk.
- Daar hoeft u zich bij mij niet druk om te maken, ik blijf liever slank.
• Je moet wel genoeg eten hoor.
- Dat komt wel goed. Ik eet soms meer dan een half brood per dag, alleen warm eten vind ik niks.
• Bij mij is het net andersom. Daarom vind ik de wintermaanden ook zo geweldig. Zuurvlees, rijstebrij, hutspot, kapucijners met spek, alleen bij de gedachte al begint mijn maag te knorren.
- Geef mijn portie maar aan fikkie. Mijn moeder maakt vanavond een broodje shoarma, dus vandaag heb ik mazzel.
• Tja, smaken verschillen nou eenmaal. Waarom doe je trouwens geen regenpak aan, als je naar school fietst?
- Tuurlijk en dan met zo’n achterlijke blauwe muts het schoolplein oprijden. Mijn vrienden zullen me een maand lang belachelijk maken.
• Het is een keuze, of het commentaar van je vrienden, of 2 keer per dag kletsnat regenen.
- Dan maar natregenen. Ik loop even naar de boerderij om mijn moeder te helpen. Smakelijk eten met de kraantjes en zo.
• Kaantjes
- Whatever, tot de volgende keer meneer Schonewille.
• Tot de volgende keer Lars.