Tegenover de kinderboerderij van zijn moeder staat een bankje. Sinds kort neem daar af en toe een oude man plaats om van het uitzicht te genieten. Lars houdt hem regelmatig gezelschap.
• Ha die Lars, wat kijk jij sacherijnig.
- We mogen met ingang van vandaag geen mobiel meer in de klas hebben.
• Dat is toch logisch
- Hoezo, zo’n ding is erg handig tijdens de les hoor.
• Voor jou wel, je kunt heerlijk spieken en als je je verveelt filmpjes kijken.
- U begrijpt het niet
• Misschien niet, maar ik ben ervan overtuigd dat er in onze tijd meer geleerd werd.
- Ja, dat zegt mijn moeder ook altijd.
• Schrijven jullie nog gewoon met een balpen tegenwoordig?
- We schrijven vrijwel helemaal niet?
• Huh?
- Ik heb een laptop op school en mijn huiswerk verschijnt automatisch op de klasse-app.
• En ik vroeger maar knoeien met een kroontjespen. De tijd begint me door de vingers te glippen.
- Een wat voor pen?
• Een kroontjespen. We hadden een gat in de bank waar een potje inkt in zat. Daar doopten we de pen in en dan kon je schrijven.
- Met inkt? Dat wordt toch een kliederboel?
• Dat viel wel mee. We droogden de inkt met vloeibladen en de pen na afloop met een inktlap.
- Vloeibladen en inktlappen? Ik kan u echt niet meer volgen.
• Vloeibladen drukte je op de natte inkt om te drogen en inktlappen waren van stof of zeemleer, om de kroontjespen schoon te maken.
- Lijkt me behoorlijk omslachtig
• Ach, je wist niet beter. Weet je dat er vloeibladen van Suske en Wiske bestonden.
- Neen, nooit van gehoord
• Die zijn ongebruikt nu een hoop geld waard.
- Dat geloof ik graag
• En inktlappen met afbeeldingen van Sjors en Sjimmie, of Tom poes.
- Hmm
• Weet je wat ik vroeger echt vreselijk vond, als de leraar met zijn nagels of krijt over het bord piepte.
- Daar hebben wij geen last van. In elk lokaal staat een whiteboard.
• Die van ons waren zwart, of groen.
- Ik denk niet dat u het begrijpt. Een whiteboard is een soort grote computer waarmee de docent allerhande dingen kan laten zien en uitleggen.
• Een soort grote mobiel dus voor de leraar?
- Daar heeft u misschien een punt
• Hoe bedoel je?
- Wij mogen geen mobiel meer in de klas. Misschien kunnen we van de docenten eisen dat ze weer ouderwets via een krijtbord lesgeven.
• Lijkt me een uitstekend idee. Dan krijgen jullie eindelijk weer fatsoenlijk les.
- Dat bedoel ik niet. Op die manier kunnen we ze misschien dwingen om onze smartphones weer tijdens de les te accepteren.
• Je bent echt vreselijk Lars.
- Dat zal, maar u heeft me wel op een idee gebracht.
• Hmm, of dat nou zo’n goed idee is.
- Echt wel, tot de volgende keer meneer Schonewille.
• Tot de volgende keer Lars.