Tijdens een van mijn opruimpogingen vond ik op de stripkamer een doos met onbekende inhoud. Na opening bleek mijn hele collectie Garfieldpockets erin te zitten. Uiteraard werd hierdoor het opruimen voor onbepaalde tijd uitgesteld.
Boer
Garfield is naast Andy Capp mijn meest favoriete gagstrip. Op de vraag waarom dat zo is, moet ik een beetje het antwoord schuldig blijven. Ik denk dat het te maken heeft met zijn menselijke trekjes. Hij heeft een hekel aan diëten, vreet zich ziek in lasagne, haat maandagen, heeft ’s morgens emmers koffie nodig en verveelt zich continu. Het is dus een feest van herkenning voor de gemiddelde lezer. De humor in Garfield vind je of leuk, of erg kinderachtig. Ik kan bijvoorbeeld keihard lachen als hij gewoon zijn baasje Jon opbelt en een keiharde boer in de telefoon laat. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen hier vrolijk van wordt.
Odie
Over de bijfiguren in Garfield is naar mijn mening genoeg bekend. Zijn simplistische baas Jon, de hond Odie, Nermal de schattige kitten en diverse regelmatige voorbijgangers. Wat mij opvalt is dat enkele van de beste gags vaak op dezelfde locatie plaatsvinden. Daarmee bedoel ik niet de eeuwige maandagochtend gag vanuit zijn mand en ook niet de zoveelste schranspartij waarbij hij in de keuken een heel bakblik lasagne in een keer naar binnen schuift. Om deze stelling iets te verduidelijken enkele van mijn favoriete locaties:
• De schutting. Garfield verzorgt hier regelmatig optredens waarbij hij een demonstratie geeft van zijn zangkunsten en tapdanskwaliteiten. De reacties van het geïrriteerde publiek zijn geweldig.
• De stoel voor de tv. Ooit een recensie gelezen over het wereldkampioenschap kattenbrokjes eten? Be my guest.
• De boerderij van Arbuckle. De ouderwetse familie van Jon zorgt voor legendarische grappen. Ik bedoel waar maak je mee dat een groep mensen voor de wasmachine zit en het nieuwste tv-programma van commentaar voorziet.
• Irma’s eetcafé. Mijn favoriete locatie. De combinatie van smerig eten, slechte bediening en dubieuze geuren zorgt voor een scala aan krankzinnige momenten.
De laatste jaren vind ik Garfield wat minder worden. Gezien de leeftijd, het begon in 1978, is dat begrijpelijk. Toch zal ik ze altijd blijven lezen, want af en toe tovert
Jim Davis weer een ouderwetse knaller uit de Garfieldhoed.