Omdat meneer Akim het druk heeft, duwt hij mij een enveloppe in de hand en loopt meteen door naar het magazijn. Met de deur in de hand roept hij: ‘Het adres staat achterop. Het afgesproken bedrag zit binnenin.’ Enigszins verbaasd stappen mijn trouwe assistent Raymon en ik in de auto en gaan op pad.
‘Heb je de doekoes bij je?’ Een persoon zonder voor- of achterkant rukt de enveloppe uit mijn hand en smijt de deur weer dicht. Raymon aarzelt even maar drukt toch weer op de bel.
‘Rustig, rustig, ik zit op de bak,’ klinkt het verontwaardigd.
Na 20 minuten gaat de deur weer open. De man maakt eerst uitgebreid zijn bretels vast en loopt zonder wat te zeggen naar binnen. Zijn gelijkenis met Onslow uit Schone Schijn is beangstigend.
‘Als jullie een bakkie willen, de thermoskan staat op het aanrecht. Voor verse koffie kun je een filter van de verwarming pakken. Tijdens deze influaasie moet je op de kleintjes letten.’
Hij laat zich in een oude fauteuil zakken, waardoor meteen de enige zitplaats in de kamer bezet is. Ik besluit te blijven staan, terwijl Raymon op een stapel oude kranten plaatsneemt.
Tijdens de stilte die valt, bestudeer ik intensief de ruimte voor aanknopingspunten. Ik heb namelijk geen enkel idee met wie we hier te maken hebben. De man heeft ondertussen een halve liter achterover geslagen en laat een onwerkelijke boer.
‘Als jullie wat willen vreten, ik heb nog wat wokkels,’ zegt hij terwijl hij de volgende beugel openplopt.
Raymon stoot me ondertussen aan en wijst op een kleine foto aan de muur. De afbeelding is zwaar vergeeld, maar ik herken er toch Olijfje in, de broodmagere vriendin van Popeye.
‘Best een lekker wijf,’ zegt de man. ‘Alleen jammer dat die spinazievreter steeds in de weg zit.’
Juist, de munt is gevallen. Het heerschap dat net wat oorsmeer aan de tafelrand veegt, is de legendarische vijand van Popeye, Brutus.
‘Die meneer Ankie vroeg om een interview en ik ben 200 piek met hem overeengekomen. De doekoes moeten ergens vandaan komen.’
Ik besluit hem niet te verbeteren en vraag waarom hij het zo moeilijk heeft.
‘Geteisem is het meneer. Ik heb mijn gedeelte van de royalty’s afgekocht en als ik ze weer terug wil hebben, geven ze niet thuis. Na alles wat ik voor ze betekend heb.’
Raymon fronst zijn wenkbrauwen, waardoor ik weet dat het tijd wordt om huiswaarts te keren. Van dit interview valt geen chocola te maken.
Bij de deur doet hij ons het voorstel om langs te komen voor een signeersessie. Voor een kleine bijdrage van 2500 euro is hij daar elk moment toe bereid. Ik antwoord dat ik het met mijn baas moet overleggen en loop samen met mijn trouwe assistent naar de parkeergarage. De kans dat meneer Ankie op het aanbod ingaat, is nihil te noemen.