Quaco. Leven in slavernij is het eerste grote stripverhaal over het Nederlandse slavernijverleden.
Quaco, de hoofdpersoon, heeft werkelijk geleefd. Hij was een Akan en kwam uit een gebied dat nu in Ghana of Ivoorkust zou liggen. Na zijn ontvoering leefde hij eerst in West-Afrika in slavernij, daarna in Suriname en Nederland. Quaco was een van de miljoenen Afrikanen die slachtoffer werden van de trans-Atlantische mensenhandel, waarbij ook Nederlanders betrokken waren.
Quaco is acht of negen jaar als hij rond 1770 wordt ontvoerd door mensenhandelaren. Terwijl zijn broer achterblijft in het fort aan de kust van West-Afrika, wordt Quaco verkocht aan de kapitein van een slavenschip. Ziet Quaco zijn broer ooit nog terug? Met het meisje Afua weet hij de ontberingen aan boord te doorstaan. Ze komen in Paramaribo terecht, bij de rijke planter en bestuurder Walter Kennedy. Daar ontfermt de oudere slavin Olijf zich over hen. Quaco wordt Kennedy’s futuboi (lijfknecht). Dan leent Kennedy Quaco uit aan legerkapitein John Gabriel Stedman, die ten strijde trekt tegen de marrons (gevluchte slaven). Quaco moet mee. Onderweg wordt hij geconfronteerd met het harde leven op de plantages. De militaire missies brengen Quaco in gewetensnood. Bovendien dreigt hij Afua te verliezen.
Wij bieden je de mogelijkheid om op de hoogte gehouden te worden bij het verschijnen van nieuwe, of door je gezocht uitgaven. Je dient hiervoor ingelogd te zijn.